De voorstelling, die in 2004 van start ging, is geïnspireerd op de ervaring van moeders die leven in stille armoede. Moeders, die het, na een tweejarige training door beroepsacteurs, zelf ten tonele brengen. In het stuk ‘Maria, moeder van altijd durende bijstand’ maken zij hun verhalen zichtbaar: een leven van verdriet en eenzaamheid, maar ook van moed, liefde en blijven hopen op erkenning.
De kern ervan is dat vele moeders die in stille armoede leven hebben moeten meemaken dat hun kinderen van hen zijn weggenomen of dat zijzelf als kind uit huis zijn geplaatst. Dit is het wrange verhaal dat soms wordt verteld, maar niet geloofd. Te vaak is de schuld gelegd bij de moeders, met de toevoeging dat zij “sociaal zwak” zijn. Onderwijl is in het kader van de maatschappelijke orde de intiemst denkbare band tussen mensen geofferd. Maar waar de maatschappij denkt orde te scheppen, schept ze chaos en ziet het niet. De voorstelling wordt gespeeld door zes vrouwen en is gemaakt naar aanleiding van de ontboezeming van één van hen: ‘soms vertel ik wat ik allemaal heb meegemaakt en dan is er niemand die me gelooft’
De hoofdpersoon in de voorstelling – Maria – woont in een afbraakwijk, samen met een dochter van zeven, Rebecca. Voor Maria is haar huis als een tempel voor haar overleden – tweede! – echtgenoot maar zij moet verhuizen. Zij legt zich echter niet bij het onvermijdelijke neer. Ze blijft zitten waar ze zit en verroert zich niet. Ook niet als ze ontdekt dat gas, water en licht zijn afgesloten, en zij een brief krijgt waarin staat dat ze op straat wordt gezet als ze niet vertrekt. Zo brengt zij zichzelf en haar dochter in een gevaarlijke situatie. Want als ze op straat komt te staan, loopt ze het gerede risico haar dochter kwijt te raken. En daarmee zou Maria en haar dochter overkomen wat Maria en hún moeder ook is gebeurd: ze zouden uiteen worden gescheurd.
Bij dit (innerlijk) conflict zijn nog drie vrouwen betrokken: twee vriendinnen van Maria en haar tweede dochter: Lea, een kind van Maria’s eerste echtgenoot, een halfzus van Rebecca. Lea is twintig jaar. De twee vriendinnen delen elk op hun manier in de levenservaring van Maria. De een – Anna – woonde in dezelfde afbraakwijk als Maria maar is wél verhuisd. Hierachter ligt het verhaal dat Anna vroeger jarenlang over straat heeft gezworven, waardoor het hebben van een huis voor haar van enorm gewicht is. Van hieruit vecht zij ervoor dat Maria haar strijd staakt. De ander – tante Jannie – is de zus van Maria ’s eerste echtgenoot. Ook zij vecht ervoor dat Maria het huis verlaat. Maar zij doet dit om een andere reden. Tante Jannie is haar twee kinderen door uithuisplaatsing kwijtgeraakt en ze wil Maria en Rebecca behoeden voor het ergste: dat zij uiteen gescheurd worden.
Tegelijkertijd speelt het verhaal van Lea. Zij heeft meegemaakt hoe haar moeder bij haar vader is weggegaan, op de vlucht voor een ongelukkig huwelijk in levensomstandigheden van armoede. Ze is van hot naar her gesleept. Totdat Maria het geluk vond bij haar tweede echtgenoot en met hem een nieuw huis betrok, het huis waar Maria nu woont. Maar Lea was daar niet gelukkig. Helemaal niet toen er opeens een nieuw meisje werd geboren, waar alle aandacht en liefde naar uitging. Op een dag – “nu” zes jaar geleden – heeft ze de benen genomen en zich nooit meer vertoond.
Het verhaal van Lea doet zijn intrede als tante Jannie aan Rebecca vertelt dat zij Lea heeft gezien: zij hangt rond op het station en is zwanger. Voor tante Jannie is dit een gruwel. Ze schakelt Anna in. Misschien dat zij, vanuit haar verleden als zwerfster, Lea tot inkeer kan brengen. Zo trachten zij Maria en Lea weer onder één dak te brengen. Maar onder welk dak?
En Rebecca? Rebecca is een meisje van zeven, een onbeschreven blad. Ze leeft in haar kinderwereld, ziet en hoort hoe de volwassen vrouwen met elkaar in de weer zijn en is zich van geen kwaad bewust. Maar langzaamaan verandert dit. Ze maakt van wat ze ziet en hoort haar eigen verhaal: op een dag zal er een man voor de deur staan die haar komt ophalen.
Vanaf 2004 t/m 2007 werd de voorstelling gedurende meer dan 150 keer overal in het land gespeeld.